Een waterpasinstrument wordt gebruikt om horizontale oppervlakken te creëren, hoogteverschillen te meten of om machines en gebouwen uit te rusten of op te stellen. Bij het meten met de instrumenten spreekt de specialist van nivelleren. Hiervoor wordt een waterpas gebruikt. Op deze nivelleerlat is een schaalverdeling aangebracht, die een E-verdeling wordt genoemd. De schaalverdeling helpt de landmeter om de gemeten waarden beter en nauwkeuriger af te lezen. Andere veelgebruikte namen voor deze apparaten zijn waterpassen, waterpassen of waterpasinstrumenten. Deze apparaten kunnen worden samengevat als landmeetinstrumenten.
Er zijn in principe drie verschillende soorten waterpasinstrumenten. Aan de ene kant is er het waterpasinstrument voor de bouw, een digitaal waterpasinstrument en een digitaal waterpasinstrument. In principe werken de apparaten volgens dezelfde methode, maar ze verschillen in nauwkeurigheid, gebruiksgemak en dus in toepassingsgebied.
De waterpassen van tegenwoordig zijn zelfnivellerend, d.w.z. de instrumenten richten zichzelf automatisch uit in het horizontale vlak binnen een bepaald bereik door middel van een pendelcompensator. Dankzij hun vrij draaibare verticale as kunnen horizontale punten rondom worden gericht. Hiervoor wordt een bijbehorend telescopisch vizier op de waterpas gebruikt. De optieken verschillen wat betreft de vergroting en, in sommige gevallen, de afgedrukte richtmerken. Digitale waterpasinstrumenten hebben ook een soort digitale camera met een barcode-leesfunctie.
Naast nivelleerlatten zijn er andere nuttige en onmisbare hulpmiddelen. Hiertoe behoren waterpasstatieven waarop de waterpasstaf op ooghoogte kan worden geplaatst. Er zijn ook zogenaamde nivelleerbalken, die gebruikt kunnen worden om een nivelleerlat aan een statief te bevestigen en zo een eenmansmeting uit te voeren.